We maken gebruik van functionele cookies die minimaal nodig zijn om de website goed te laten werken. Met analytische cookies kunnen we het gebruik van deze website beter begrijpen en verbeteren. Je kan analytische cookies weigeren of aanvaarden.

Hoe we met deze informatie omgaan vind je terug in ons privacy- en cookiebeleid.

Deel op facebook
Deel op X
Deel op facebook
Deel op X

Vragen over de Bellebeek

Hoe werkt een wachtbekken?

Hoe kan je jouw woning zelf beschermen?

(Ver)bouwplannen? Check de waterwegwijzer.

Kan het water niet gewoon een halve meter zakken?

Hoe werkt een wachtbekken?

De waterloop stroomt door een van de 8 gecontroleerde overstromingsgebieden (wachtbekkens). Het bekken worden gevuld als de uitlaatschuif in de dijk van het overstromingsgebied sluit, en zo de afvoer van de waterloop afremt.

De schuif heeft een motoraandrijving. De werking van de motor is geautomatiseerd en houdt rekening met metingen van het waterniveau in de waterloop en het wachtbekken. De automatische sturing van de motor streeft naar een waterniveau in de waterloop dat niet hoger komt dan het afwaartse regelpeil, en begrenst de vulling van het wachtbekken op het maximum vulpeil.

Wanneer het peil in de beek te hoog komt, zakt de schuif en knijpt de waterloop, zodat de maximaal aanvaardbare hoogte niet overschreden wordt. Dit overtollig water wordt vervolgens via een dijk tijdelijk vast gehouden binnen het wachtbekken tot de waterhoogte in de beek terug zakt.

Alle automatische werkende installaties op de Bellebeek en de zijwaterlopen zijn uitgerust met waterpeilmetingen en schuifstandmetingen. Op interessante locaties zijn bijkomende meetpunten geplaatst. De meetwaarden van al deze niveaumetingen worden continu overgeseind naar een databank. Onze waterloopbeheerders kunnen deze data en de andere technische gegevens van de installaties bekijken en zo de situatie ter plaatse goed inschatten. Bij mogelijke problemen worden technici ter plaatse gestuurd.

Iedereen kan de data over waterpeilen van de installaties bekijken op www.waterinfo.be.

Hoe kan je jouw woning zelf beschermen?

De overheid doet heel wat inspanningen om de kans op overstromingen te verminderen. Maar dat biedt nooit een absolute bescherming. Gelukkig zijn er verschillende maatregelen die je kan nemen om je woning of gebouw beter te wapenen tegen overstromingsschade. Deze zijn vaak veel nuttiger dan de klassieke zandzakjes die water doorlaten of te laat worden geplaatst.

Het gaat dan bijvoorbeeld om:

  • verhogen of afdichten van verluchtingsopeningen;
  • waterdicht maken van je gevel;
  • schotten plaatsen voor ramen of deuren.

Maar ook aanpassingen onder de grond kunnen schade helpen voorkomen. Zo zorgt bijvoorbeeld een terugslagklep op de afvoerleidingen ervoor dat er geen water terugstroomt als het rioolstelsel in de straat overbelast wordt.

Bekijk de mogelijke maatregelen op de website van de Vlaamse Milieumaatschappij.

De kostprijs van zo’n maatregel varieert naargelang de nodige aanpassingen. Per maatregel is er een typefiche beschikbaar die verduidelijkt wat de maatregel inhoudt, wanneer hij het best wordt toegepast, welke types beschikbaar zijn, waarop moet gelet worden bij installatie, hoeveel hij kost, … 

(Ver)bouwplannen? Check de waterwegwijzer

Wat zijn de technische voorschriften en aanbevelingen voor water in en rond de woning? De Waterwegwijzer bouwen en verbouwen helpt je op weg om duurzaam om te springen met water.

Waterbewust bouwen en verbouwen krijgt steeds meer aandacht. Bouwen en renoveren heeft immers in veel gevallen een invloed op het watersysteem. Daarom leggen het Vlaamse gewest, lokale overheden en watermaatschappijen heel wat richtlijnen of verplichtingen op voor de lozing van huishoudelijk afvalwater, het opvangen en hergebruiken van regenwater en voor het drinkwatercircuit.

Heb je (ver)bouwplannen? De Waterwegwijzer bouwen en verbouwen helpt je op weg en geeft je een overzicht van hoe je water in en rond de woning best aanpakt. 

Kan het water niet gewoon een halve meter zakken?

De waterbeheerder zou de waterloop nog dieper kunnen maken dan hij vandaag al is. Los van de kostprijs van deze ingreep, zijn hier heel wat nadelen aan verbonden.

Een belangrijk nadeel is de verdroging die de verdieping met zich meebrengt. Deze verdroging is zowel nefast voor de landbouw als natuur. Ook onze diepere grondwatervoorraden komen zo nog meer onder druk te staan, waardoor dit water schaarser wordt.

Zo’n verdieping is extreem duur en zal bovendien bij extreme omstandigheden onvoldoende zijn om de overstromingen tegen te gaan. Het water wordt nog eens sneller afgevoerd naar kritieke zones.

Zoals een bad dat sneller vult dan het leeg loopt

Bij zeer extreme weersomstandigheden zullen de waterbeheerders steeds proberen om het water te laten zakken. Helaas is het technisch bijna onmogelijk om zomaar het water een halve meter te laten zakken. Bij extreem weer worden er zodanig grote debieten afgevoerd die onmogelijk kunnen verwerkt worden door de waterloop zelf. Het teveel aan water verplaatst zich dan ook tijdelijk naar de vallei. Daar had de waterloop vroeger de ruimte om te overstromen, maar die is vooral de voorbije decennia volgebouwd. Dit proces kan je vergelijken met het vullen van een groot bad met een smalle leegloop. Als je vele emmers water tegelijkertijd in het bad doet stromen, dan vult het bad zich omdat er meer badwater bijkomt dan dat er via de leiding kan weglopen.

Mogelijke ingrepen

Via allerhande ingrepen zoals bufferbekkens, dijken, ruimingen en kleinschalige bronmaatregelen (regenwaterputten, groendaken,…), zullen de waterstanden minder hoog komen en zorgen we er allemaal voor dat woonwijken zo goed mogelijk beschermd zijn. Het water wordt dan zo lang mogelijk bewaard in de vallei waar geen woningen staan en waar het wel kan overstromen. Helaas zijn al deze ingrepen maar deels voldoende onder extreme omstandigheden en om de gevolgen van de klimaatverandering op te vangen.

Veel bredere waterlopen en nog hogere dijken worden vaak voorgesteld als oplossing maar zijn vaak niet mogelijk of zinvol omdat:

  • er gewoonweg geen plaats meer is om de waterloop in het volgebouwde stroomgebied te verbreden of meters hoge dijken op te werpen;
  • het probleem veelal verplaatst wordt naar benedenstroomse gebieden die er ook geen water bij kunnen hebben,
  • deze soms technisch moeilijk uit te werken maatregelen gepaard gaan met een dermate hoge kost die niet in verhouding staat tot de schade die wordt aangericht.
  • het verbreden van waterlopen automatisch resulteert in meer aanslibbing (zie ook werking van een sedimentvang), wat het veelvuldig baggeren van de waterloop noodzakelijk maakt om de gewonnen afvoercapaciteit in stand te kunnen houden. Deze ingrepen zijn daarom niet alleen duur en ingrijpend bij realisatie, maar resulteren eveneens in een voortdurende hoge onderhoudskost. Een natuurlijk stromende waterloop die niet wordt opgestuwd houdt grotendeels zichzelf in stand waarbij de slibvorming erg beperkt blijft.
  • een verbreding van de waterloop ecologisch veelal niet aangewezen is gezien de natuurlijke structuurkwaliteit hiermee aangetast wordt.
Deel op facebook
Deel op X