Skip to main content
home-page
Deel op facebook
Deel op twitter
home-page
Deel op facebook
Deel op twitter
Ga terug naar het overzicht van nieuwsitems

Bestrijding van reuzenbalsemien langs de Bellebeek

Reuzenbalsemien is een invasieve exoot die grote populatie vormt op de oevers van de Bellebeek. Dit zijn plantensoorten die hier van nature niet thuis horen maar door de mens werden binnengebracht en door hun explosieve voortzetting een negatief effect kunnen hebben op de inheemse natuur, de economie of de volksgezondheid.

Reuzenbalsemien is ooit als tuinplant geïntroduceerd bij ons. Het is dan ook een decoratieve snelgroeiende plant met opvallende paarse bloemen die in optimale omstandigheden meer dan 2 m hoog kan worden. Gezien ze zich snel kan verspreiden door het produceren van duizenden zaden en het feit dat de zaden bij rijpheid meters  in het rond worden geslingerd door het openbarsten van de vruchten (behoort dan ook tot de familie van de springzaden), heeft de soort op vrij korte termijn de voor haar optimale leefgebieden gekoloniseerd. Verdere verspreiding gebeurt o.a. via het blijven drijven van zaden, vandaar dat de soort vooral massaal voorkomt langs de waterlopen en op terreinen die regelmatig door de waterloop worden overstroomd.

Rond de jaren 2010, kwam de soort dan ook massaal voor langs de Bellebeek. Op sommige plaatsen langs de benedenloop op grondgebied Affligem en Ternat, was de uitbreiding zo groot dat andere planten geen kans meer hadden. Hierin schuilt dan ook één van de negatieve effecten van de soort, ze verdringt nl. een groot deel van onze inheemse plantensoorten door de snelle toename en heeft zo een negatieve invloed op de biodiversiteit langs onze waterlopen. Gezien het een eenjarige plant is en in de winter dus afsterft, heeft dit als bijkomend knelpunt dat de oevers in de winter voor een groot gedeelte onbegroeid zijn en veel gevoeliger zijn aan erosie.

In 2012 heeft de Vlaamse Milieumaatschappij beslist om reuzenbalsemien te bestrijden langs de Bellebeek. Het uitgangsprincipe is het voorkomen  dat de plant zaden produceert en verspreidt. In eerste instantie werd dit vooral gerealiseerd door het (machinaal) maaien van de oevers voor dat de zaden gevormd werden. Na een aantal jaren was de verspreiding sterk verminderd, waardoor de nog voorkomende individuen van reuzenbalsemien meer selectief konden verwijderd worden door deze manueel uit te trekken en te verwijderen.

De soort is hiermee niet verdwenen langs onze beek en verdere bestrijding blijft nodig. Het belangrijkste knelpunt is dat vanuit de aanpalende percelen (vnl in natte bossen en braakliggende terreinen die onder water kunnen komen) en vanuit enkele opwaarts gelegen waterlopen en grachten een blijvende input is van zaden waardoor uitroeiing onmogelijk blijft. De uitdaging voor de toekomst is dan ook om via samenwerking met andere beheerders ook die terreinen aan te pakken.

Deel op facebook
Deel op twitter