Hoe werkt een wachtbekken?
De waterloop stroomt door een van de 8 gecontroleerde overstromingsgebieden (wachtbekkens). Het bekken worden gevuld als de uitlaatschuif in de dijk van het overstromingsgebied sluit, en zo de afvoer van de waterloop afremt.
De schuif heeft een motoraandrijving. De werking van de motor is geautomatiseerd en houdt rekening met metingen van het waterniveau in de waterloop en het wachtbekken. De automatische sturing van de motor streeft naar een waterniveau in de waterloop dat niet hoger komt dan het afwaartse regelpeil, en begrenst de vulling van het wachtbekken op het maximum vulpeil.
Wanneer het peil in de beek te hoog komt, zakt de schuif en knijpt de waterloop, zodat de maximaal aanvaardbare hoogte niet overschreden wordt. Dit overtollig water wordt vervolgens via een dijk tijdelijk vast gehouden binnen het wachtbekken tot de waterhoogte in de beek terug zakt.
Alle automatische werkende installaties op de Bellebeek en de zijwaterlopen zijn uitgerust met waterpeilmetingen en schuifstandmetingen. Op interessante locaties zijn bijkomende meetpunten geplaatst. De meetwaarden van al deze niveaumetingen worden continu overgeseind naar een databank. Onze waterloopbeheerders kunnen deze data en de andere technische gegevens van de installaties bekijken en zo de situatie ter plaatse goed inschatten. Bij mogelijke problemen worden technici ter plaatse gestuurd.
Iedereen kan de data over waterpeilen van de installaties bekijken op www.waterinfo.be.